Besmettelijke ziekten zijn van alle tijden, en we kennen uiteraard allemaal de geschiedenis van de pest (de Zwarte Dood), die tussen 1347 en 1351 naar schatting een derde van alle Europeanen het leven kostte. Na de definitieve verdwijning van de pest uit de Nederlanden (circa 1670) waren er andere epidemieën die hun dodelijk spoor door de Nederlanden bleven trekken, met dysenterie (of ‘rode loop’) als koploper tot in de Franse tijd. De verschijnselen van dysenterie zijn een ontsteking van de dikke darm, die gepaard gaat met buikkrampen, diarree, en bloed en slijm in de ontlasting.
-
Een van de vele gevallen van de verwoestende uitwerking van dysenterie kon ontdekt worden in het dorp Sint Pieter, gelegen onder de rook van de stad Maastricht. Op 13 oktober van het jaar 1703 begaf Joannes Valckenborgh, pastoor van de parochie van Sint Pieter, zich naar het huis van zijn parochiaan Wiric Nelissen. De pastoor was opgeroepen omdat Wiric zijn einde zag naderen en een testament wilde laten opmaken. In die tijd waren ook pastoors bevoegd om testamenten op te maken. Wiric lag ziek op bed, zo constateerde pastoor Valckenborgh, maar was wel nog aanspreekbaar en bij zijn volle verstand. Buiten het feit dat Wiric een uitvaart wenste, behorende bij zijn stand, bepaalde Wiric ook dat zijn echtgenote Ida IJsermans “Heer en Meester” werd van een aantal stukken land, gelegen te Sint Pieter en te Zussen. Ida moest daar na zijn dood vrijelijk over kunnen beschikken. Ondanks dat het testament geen melding maakt van de soort ziekte waar Wiric aan leed, weten we dankzij diezelfde pastoor Valckenborgh wel dat het dysenterie betrof.
-
Slechts zes dagen nadat de bedlegerige Wiric Nelissen zijn testament had gemaakt lag hij reeds onder de grond: op 19 oktober vond zijn begrafenis plaats, de pastoor noteerde in het begraafregister dat Wiric was overleden aan de gevolgen van dysenterie. In diezelfde periode noteerde de pastoor bij diverse overledenen ook als doodsoorzaak dysenterie, zodat er mogelijk sprake was van een epidemie op dat moment. Drie weken na het overlijden van Wiric werd ook een dochter van Wiric en Ida begraven: Maria Gertrudis, slechts tien jaar oud. Was zij ook een slachtoffer van de ziekte? De pastoor maakte er in ieder geval geen melding van. Deze beide overlijdens moeten een ware ramp zijn geweest voor de op dat moment 47-jarige weduwe Ida IJsermans.
-
Hoe oud Wiric, die overigens ook vaker Dirck werd genoemd, was toen hij voor eeuwig zijn ogen sloot is niet bekend omdat zijn doopinschrijving niet werd teruggevonden. Omdat hij echter in 1683 te Sint Pieter in het huwelijk trad met Ida IJsermans, en Ida zelf in 1656 werd geboren, zal Wiric ergens tussen 1650 en 1660 zal zijn geboren, zodat zijn leeftijd ten tijde van het overlijden gelegen zal hebben tussen 43 en 53 jaar.
Hoe verging het de weduwe Ida IJsermans verder? Zij zou op 61-jarige leeftijd komen te overlijden: haar begrafenis vond plaats te Sint Pieter op 14 september 1717. Haar doodsoorzaak is onbekend.
Bron: Regionaal Historisch Centrum Limburg, 01.071 (Hoog- en Laaggerecht en Gezworen Raad (Rechterlijk en Administratief) van Sint Pieter, inventarisnummer 63 (gichtregister 1706-1720).
Auteur: Stefan Vrancken