Bonbonnière

De Bonbonnière is de voormalige stadsschouwburg van Maastricht. Het theater werd rond 1788 gebouwd in een oude kloosterkerk van de Jezuïeten. De theaterzaal is gebouwd in barokstijl, met een bolvormig beschilderd plafond, ronde balkons met sierstucwerk en veel rood pluche.

  • De Bonbonnière is een knus theater waar de Maastrichtenaren al eeuwenlang trots op zijn. Het werd gebouwd in een verlaten kloosterkerk van de Jezuïeten. De paus had deze orde aan het eind van de achttiende eeuw opgeheven. Dat deed hij onder druk van enkele Europese vorsten die vonden dat de Jezuïeten te veel macht hadden. Tientallen Jezuïetenkloosters en -kerken werden gesloten, ook die van Maastricht. In 1852 keerden de Jezuïeten terug in de stad, maar toen was hun kerk al omgebouwd tot theater. Dat was voor hen een doorn in het oog, omdat ze het vermaak in de theaters niets vonden. De acteurs en de theaterbezoekers vonden ze te losbandig.

    De Jezuïetenkerk voordat deze tot schouwburg werd omgebouwd, anno circa 1840
    De Jezuïetenkerk voordat deze tot schouwburg werd omgebouwd, anno circa 1840 Bron: RHCL. Prent Philippe van Gulpen
  • De Fransen bouwden al een 'theater' in de stad. Dit was een houten barak op de Markt. Toen de Fransen in 1678 de stad verlieten, werd die meteen met de grond gelijk gemaakt. Toneelliefhebbers moesten zich tevreden stellen met uitvoeringen op de Markt of in het Dinghuis. Daarna werd een oude kegelbaan aan de Lenculenstraat als theater gebruikt.

    In 1750 stimuleerde gouverneur Van Löwendal het stadsbestuur om de manege op de hoek Calvariestraat-Jekerstraat om te bouwen tot schouwburg. Maar die voldeed, ondanks dure verbouwingen, al gauw niet meer. Dit theater was extreem brandgevaarlijk, omdat het werd verlicht met duizenden kaarsen, kandelaars en olielampen.

    In 1786 richtten voorstanders van wéér een nieuwe zaal een Sociëteit van Actionarissen op. Die kreeg toestemming om de leegstaande Jezuïetenkerk tot theater om te bouwen. Stadsarchitect Mathias Soiron bracht een verdiepingsvloer aan waarop de toneelzaal werd gebouwd. Het rococostucwerk van het kerkplafond bleek ook mooi als theaterplafond. De rest van het barokke interieur kwam uit het oude ‘manegetheater’. Op de begane grond kwam de Redoute: een zaal voor bals en concerten. De wand werd betimmerd in Lodewijk XVI-stijl. Verder werd de zaal royaal versierd met decoratief stucwerk. In 1789 werd de nieuwe schouwburg in gebruik genomen.

  • De eerste tijd werden in het theater uitsluitend Franstalige voorstellingen opgevoerd. Het Frans bleef na de Franse bezetting immers lange tijd de officiële taal. Pas rond het jaar 1900 kwamen er Nederlandstalige stukken op de bühne. Ook het dialecttoneel werd steeds populairder. Op 1 april 1907 was de première van de Kaptein van Köpenick van Fons Olterdissen. Dat was een daverend succes. Heel wat Maastrichtse dialecttoneelgezelschappen zagen de Bonbonnière als hun thuis. Een avond Maastrichts toneel of cabaret in de Bonbonnière behoort voor veel Maastrichtenaren tot hun dierbare herinneringen.

  • Aan de buitenzijde van de Bonbonnière valt de achttien meter hoge toneeltoren op. Die bracht architect Frans Dingemans aan tijdens de restauratie van het theater rond 1955. Deze modernisering was nodig, omdat nieuwe theatertechniek om meer ruimte en aanpassingen vroeg.

    Na deze restauratie was minder te goed te zien dat het theater voorheen een kerk was. De massieve toren is wél, net als de kerk, opgetrokken uit mergel. De pilasters die de gevel in drieën delen, werden in de toren voortgezet. Dit was de oude kerkingang. De entree van de schouwburg bevond zich al sinds 1789 aan de voormalige achterzijde van de kerk. Halverwege de negentiende eeuw werd aan die entree een voorbouw geplaatst. Daarin bevinden zich het theatercafé en de foyer. Ook het interieur werd tussen 1955-1959 opgeknapt. Charles Eyck beschilderde toen het plafond.

Weetje

Bij alle verbouwingen is gezorgd dat de Belle Epoque-sfeer behouden bleef. Zo werden ooit de stoffering en tapijten vernieuwd. Daarbij werd goed gelet op de kleurstellingen in het plafond. Zo bleef de bijzondere uitstraling behouden.

In 1955 werd een 18 meter hoge toneeltoren aangebracht in de Bonbonnière
In 1955 werd een achttien meter hoge toneeltoren aangebracht.
  • Ondanks vele moderniseringen en herhaalde verbouwingen gingen halverwege de twintigste eeuw geluiden op voor een groter en moderner theater. Het toneel van de Bonbonnière was immers maar 8,5 meter breed. Grote producties konden er niet plaatsvinden. Bovendien had de zaal maar 565 zitplaatsen. Een ambtelijke werkgroep boog zich over het probleem. In 1979 werd besloten om het Generaalshuis aan het Vrijthof te verbouwen tot een groot, modern theater en muziekcentrum.

    Het Theater aan het Vrijthof opende de deuren in 1992. Sindsdien worden in de Bonbonnière nog incidenteel toneel-, muziek- en cabaretproducties opgevoerd. Maastricht wil dat dit barokke theater voortleeft als feest- en evenementenlocatie. Het vinden van een uitbater blijkt echter niet eenvoudig.