Stokstraatkwartier: het Romeinse fort

De vestinggeschiedenis van Maastricht begint bij de Romeinen. In de vierde eeuw bouwden zij op de westelijke oever van de Maas een versterking. Die was bedoeld om de strategisch belangrijke brug af te schermen. Ook aan de oostkant van de Maas heeft waarschijnlijk een fort gelegen.

  • De Romeinen wilden de barbaren, of beter gezegd: alles wat niet Romeins was, buiten houden. Daarom hadden ze rondom hun gigantische Rijk een versterkte grens aangelegd. Ook bekend als de limes. Deze grens werd echter keer op keer aangevallen. Daarom kozen ze vanaf de derde eeuw voor een andere strategie, het verdedigen van het binnenland. Dat gebeurde met mobiele ruitereenheden. Die vingen in vijandelijke groepen op die het Romeinse Rijk wilden binnendringen.

    Bouw in opdracht van keizer Constantijn

    In die tijd is de Romeinse vesting in Maastricht gebouwd. Dat gebeurde tussen 306 en 337, waarschijnlijk in opdracht van keizer Constantijn de Grote. Uit opgravingen blijkt dat hiervoor eikenhouten palen zijn gebruikt. Door het tellen van de jaarringen wisten archeologen dat deze bomen waren gekapt in het voorjaar van 333 en direct daarna zijn gebruikt bij de aanleg van de laat-Romeinse vesting.

    Buste van keizer Constantijn
    Buste van keizer Constantijn
  • Het Romeinse fort was rechthoekig van vorm. Het bestond uit een walmuur, tien ronde torens met een doorsnede van 9 meter, en twee toegangspoorten. Langs de Maas was het fort 170 meter lang en haaks op de rivier 90 meter. De oppervlakte van dit versterkte terrein was anderhalve hectare. Daaromheen liep een vestinggracht.

Weetje

In de zuidelijke gracht van het fort zal 's zomers water hebben gestaan, vanwege de lage waterstand van de Maas. De westelijke en noordelijke grachten waren in dat seizoen droge grachten.

  • Slechts enkele delen van de vesting zijn bewaard gebleven. Het gaat om stukken van de muur langs de Havenstraat en Maastrichter Smedenstraat. Van de torens zijn restanten aangetroffen aan de Houtmaas, langs de Maastrichter Smedenstraat en in de pandtuin van de Onze Lieve Vrouwe Basiliek. Onder en langs de Plankstraat is een deel van de westelijke vestingpoort blootgelegd. Onderdelen van de gracht zijn ontdekt tijdens opgravingen aan de zuid- en noordkant van het Onze Lieve Vrouweplein.

  • De vijand kwam in de Romeinse tijd vanuit het oosten. Waarschijnlijk had de brug op de oostelijke Maasoever daarom een versterkt bruggenhoofd. Dat was op de plek waar nu stadsdeel Wyck ligt. Wyck kende lange tijd een zeer compacte bebouwing. Daarom hebben daar bij stadsvernieuwingen geen grootschalige opgravingen plaatsgevonden. Resten van de Romeinse vesting zijn daar dan ook nooit gevonden. Wyck ligt bovendien maar drie meter hoger dan sinds het begin van de jaartelling. Aan de westelijke kant van de Maas, in het Stokstraatkwartier, is het verschil maar liefst zes meter.