Romeinse brug

De huidige Servaasbrug is gebouwd tussen 1275 en 1285. In de Romeinse tijd verbond een andere brug beide Maasoevers. Die brug werd kort na het begin van onze jaartelling in gebruik genomen. Waarschijnlijk heeft die er tot ongeveer het jaar 1000 gelegen. De Romeinse brug lag iets meer naar het zuiden dan de Servaasbrug.

  • De eerste brugconstructie dateert van vóór het jaar 28 na Christus. Dat jaartal kwam naar voren tijdens een onderzoek van de oudste houten heipalen. In dat jaar heeft de brug dus in ieder geval bestaan. Maar mogelijk is die nog ouder.

     Ook zijn er palen ontdekt uit 85 na Christus, uit de derde en de vierde eeuw. Die zijn gebruikt toen de brug is gerepareerd, veranderd of (deels) nieuwgebouwd. Veel jaartallen kunnen we koppelen aan specifieke momenten: de Germaneninvallen in de derde eeuw en de bouw van de Romeinse vesting op de westelijke oever. Al die eeuwen lag de brug op dezelfde plaats.

Weetje

In de Romeinse tijd werd gesproken over een pons mosae fluminis: een brug over de rivier de Maas. Maastrichtse archeologen noemen Romeins Maastricht daarom Pons Mosae. De bekende Latijnse naam Trajectum ad Mosam dateert uit de vroege middeleeuwen. Het is niet bekend hoe de Romeinen Maastricht noemden.

  • De Romeinse brug was onderdeel van een brede weg, een heirbaan. Die werd rond het begin van onze jaartelling aangelegd door militaire ingenieurs van Agrippa. Hij was de generaal die in het jaar 19 voor Christus in Gallië was gestationeerd. De weg was waarschijnlijk dre opvolger van een corridor die Caesar gebruikte tijdens zijn verovering van Noord-Gallië in de jaren 57 - 50 voor Christus. Die corridor was een natuurlijke route richting de Franse kust, tussen de hooggelegen lössbodems van Duitsland en de lagergelegen delen van België. Deze corridor was zo gekozen dat slechts één rivier moest worden gekruist: de Maas.

  • De basis van de brug bestond uit houten heipalen. De brug die daarop was gebouwd, is in vijf eeuwen tijd meerdere keren veranderd. Mogelijk was de eerste versie volledig van houten palen gemaakt. Dit noemen we een jukbrug. De Romeinen bouwden zulke bruggen over een grote rivier binnen één tot twee weken tijd.

    Later werd een brug van heipalen gebouwd, met daarop een houten raamwerk en daarop een stenen pijler. Het brugdek was waarschijnlijk lange tijd van hout. De punt die in de stroming lag, werd vanaf de derde eeuw beschermd door blokken die de Romeinen in Maas hadden gegooid. Dat waren restanten van gesloopte grafmonumenten.

    Het gebruik van de brug na de vijfde eeuw is onbekend. Wel weten we dat de brug nog lang in gebruik is geweest. De infrastructuur aan beide kanten van de Maas veranderde namelijk niet. In de elfde eeuw was er tijdelijk geen brug. Toen moest iedereen door het water waden of via een plankdek naar de overkant lopen. Die planken steunden op een rij bootjes. Die constructie was echter niet bestand tegen storm en sterke stroming.

  • Er wordt gezegd dat het de Romeinse brug was die in 1275 tijdens een springprocessie instortte. Maar dat kan niet kloppen. Er zijn vermeldingen van het ontbreken van een brug in de elfde eeuw. Bovendien veranderde de wegenstructuur en de inrichting van de stad op de westelijke oever nog voor het jaar 1000. Vermoedelijk lag de brug toen al verder naar het noorden, in het verlengde van de Maastrichter- en Wycker Brugstraat. Dus de brug die in 1275 instortte, lag waarschijnlijk op de plek van de huidige Servaasbrug.

    In datzelfde jaar startte de bouw van een nieuwe brug, de Servaasbrug die er nu nog steeds ligt. Deze is naderhand meerdere keren herbouwd en gerepareerd.

    Van de Romeinse brug resteren alleen nog houten heipalen, een houten raster en tientallen steenblokken. Die steenblokken zijn deels opgedoken en geborgen. Ze liggen deels nog in de Maas. Sinds 2017 zijn de brugrestanten een Rijksmonument.

     

Auteur: Eric Wetzels