Stadsdeel Céramique dankt zijn naam aan de aardenwerkfabriek die hier vroeger stond: de Société Céramique. Deze fabriek was zo'n 125 jaar in gebruik. Rond 1990 maakten de hallen plaats voor de ontwikkeling van een nieuwe wijk.
-
De Société Céramique opende de deuren in 1863. Bijna een eeuw lang bleef de fabriek in de schaduw van grote concurrent Sphinx aan de andere kant van de Maas. In 1958 kwam het tot een fusie en een nieuwe bedrijfsnaam: Sphinx-Céramique.
De fabrieksgebouwen hier op de oostelijke Maasoever sloten rond 1980. Zo'n tien jaar later werden ze gesloopt om plaats maken voor grootschalige nieuwbouw. Het enige dat bleef staan, waren de villa van directeur Jaunez, de Bordenhal en de Wiebengahal.
De fabriekscollectie wordt bewaard in de depots van Centre Céramique. Het zijn vooral mallen, koperplaten en keramische vormen. In wisselende tentoonstellingen, in binnen- en buitenland, worden die nog geregeld getoond.
Weetje
De Belgische firma Société Céramique heette voluit: Société anonyme pour la fabrication des faïences fines et produits céramiques de toute espèce. Dat betekende: Maatschappij tot vervaardiging van fijn aardewerk en ceramieke voortbrengselen van alle soorten.
-
De nieuwbouw gaf het gebied een totaal ander gezicht. In de wijk domineren nu imposante gebouwen. Met name Zuid-Europese architecten gaven dit deel van Maastricht een mediterrane uitstraling. Zo is het Bonnefantenmuseum ontworpen door Aldo Rossi, de Stoa door Luigi Snozzi, de Résidence Cortile door Bruno Albert en de woontoren door Alvaro Siza. Het Centre Céramique is van de hand van Jo Coenen en het Rijkskantorengebouw van Hubert-Jan Henket.
De straatnamen herinneren nog aan de aardewerkindustrie en de ontwerpers: Avenue Céramique, Bellefroidlunet, Daemslunet, Mosalunet, Serpentilunet, Sonnevillelunet en Sphinxlunet. De naam 'lunet' verwijst naar het vestingverleden, het was het buitenwerk van een vesting. De naam is afgeleid van het Franse woord voor maan, lune, omdat lunetten van bovenaf gezien de vorm van een halvemaan hebben.
De fabrieksgebouwen die niet zijn gesloopt, zijn in gebruik door Toneelgroep Maastricht (Bordenhal) en Stichting Restauratieatelier Limburg (Wiebengahal).
Auteur: Centre Céramique