Op het zuidelijk deel van de Sint-Pieterberg ligt het plateau van Caestert. Hier zijn tweeduizend jaar oude sporen teruggevonden. Het zijn mogelijke resten van een oppidum: een Keltische versterking op een hoger gelegen plaats. Hiervan is tegenwoordig niets meer te zien. Wel is het plateau een uniek natuurgebied met hellingbossen en mergelgrotten.
-
De versterking Caestert lag ingeklemd tussen Maas en Jeker, en was twintig hectare groot. De plek was omringd door een wal van aarde en steen, verstevigd door houten dwarsbalken. Aan de buitenzijde van de muur bevonden zich verticale palen. Daaromheen lag een gracht. Het was een typisch Kelstische bouwconstructie die we murus gallicus noemen.
Bij archeologisch onderzoeken in de jaren zeventig en in 2007 werden twee toegangen vastgesteld: aan de zuid- en de westkant. Bij de eerste opgravingen werden ook palen ontdekt waarvan de jaarringen zijn geteld. Daaruit bleek dat de eikenbomen in 57 voor Christus waren geveld. Dan zou Caestert als winterkamp van Julius Caesar hebben gediend. Later werd deze datering gecorrigeerd naar 30 voor Christus. In dat geval was Caestert een Romeinse versterking die niets met de Gallische veldtocht van Caesar te maken had.
-
In 2007 zijn houtskoolmonsters uit de wal genomen. Die wijzen op een datum tussen 250 en 40 voor Christus. Daardoor kan de versterking ook een oppidum van de Eburonen zijn geweest. De naam Caestert is mogelijk een verbastering van het woord castrum (legerkamp). De Caestert ligt ook midden in het verspreidingsgebied van de Eburonenstaters. Dit waren de munten van het Keltische Eburonenvolk. Hiervan zijn er honderden teruggevonden bij opgravingen rond Maastricht. De grootste Keltische muntschat van Nederland is in de Maastrichtse wijk Amby gevonden.
Weetje
Ook de Romeinen maakten gebruik van de versterking Caestert. Vanwege de strategische ligging was dit een goede militaire uitvalsbasis om het noorden van Gallië te veroveren.
Auteur: Centre Céramique